Dorpstraat 4, 6, en 8 zijn in 1821 als één pand gebouwd. Door wie is onbekend en tot 1837 zijn geen nadere gegevens bekend over dit pand. In 1837 koopt de dan 26 jaar oude Driebrugse koopman Hillebrand Dirk de Bruijn het pand. Op 17 mei van dat jaar betrekt de familie het pand. Zij gaan wonen in wat nu nummer 8 is. Het pand 4 en 6 wordt kaaspakhuis. H.D. de Bruijn vergaat het goed in Linschoten. In de loop der jaren koopt hij verschillende panden in het dorp tevens koopt hij de grond aan de Hoge Werf. In 1851 treed de Bruijn toe tot het gemeentebestuur. In 1853 wordt hij wethouder. De Bruijn heeft geen opvolgers voor zijn kaashandel. (zijn jongste zoon overlijd op jonge leeftijd en zijn oudste zoon verkiest een ander beroep). In 1873 trouwt zijn dochter met Pieter Hendrik Knook. Knook werkt zich snel in de gemeente omhoog en wordt in 1875 benoemd tot burgemeester. H.D. de Bruijn is van 1873 tot 1875 waarnemend burgemeester geweest. In 1876 laat hij aan nummer 8 een nieuw huis bouwen nu dorpstraat 10. Daar neemt Burgemeester Knook en zijn gezin zijn intrek. H.D. de Bruijn overlijdt op 12 maart 1890, zijn vrouw overlijdt drie dagen later. Zij worden beiden bijgezet in de familiegrafkelder op de Hervormde begraafplaats aan de nieuwe zandweg. Dorpstraat 4-6 wordt na 1890 aan diverse particulieren verhuurd. In 1911 komt dorpstraat 4-6 in bezit van de familie Hilgeman. Het pand deed geruime tijd dienst als hoefsmederij. In 1948 wordt het volledig gerestaureerd en krijgt het een volledige woonfunctie.