De klokken van Linschoten
luidklok Barbara
Angelusklokje
Jachthuis
Huis te Linschoten
Huis te Linschoten

volgende

terug

Grote luidklok in de kerktoren

Angelus klok in de kerktoren

Klok op het jachthuis

Klok op het Huis te Linschoten

Klokken van Linschoten

Barbara van Nicomenië


De grote luidklok is vernoemd naar de Heilige Barbara. Zij is patrones van architecten, bouwvakarbeiders, metselaars, steenhouwers, timmerlieden en dakdekkers; vanwege de toren die ze bij zich heeft werd ze ook patrones van klokkenluiders, beiaardiers en klokkengieters; ze is beschermheilige van schutters, kanonniers, artilleristen, soldaten, schutters alsmede van de militaire stand en wapenmakers, en van allen die met springstof omgaan, zoals mijnopruimers, mijnwerkers, vuurwerkmakers en metaalgieters; van daaruit werd ze ook patrones van ieder die bedreigd wordt door een onvoorziene dood, zoals brandweerlieden alsmede van alle omstandigheden en beroepen die met de dood in verband worden gebracht. Zij is dus ook beschermheilige van doodgravers, begrafenisondernemingen en begraafplaatsen; ze is ook patrones van gevangenen (omdat zij in haar gevangenschap van een engel de sacramenten ontving). Daarnaast is zij patrones van hoedenmakers (omdat de hoed symbool is voor bescherming?) en van koks.
Dat zij heeft bestaan, staat historisch vast. Maar wat we van haar leven en sterven weten, berust puur op legende. Maar haar legende maakte Sint Barbara tot een van de populairste heiligen uit de middeleeuwen, vooral in de Nederlanden en Noord-Frankrijk.

Barbara was de dochter van een rijke heiden uit Nicomedië. Om haar tegen ongewenste invloeden te beschermen sloot hij haar op in een toren. Desondanks werd zij bekeerd tot het Christendom. Haar vader ontdekte dit toen Barbara vroeg om een derde venster in haar toren aan te brengen ter ere van de Heilige Drie-eenheid. Hij liet haar folteren om haar tot geloofsafval te dwingen. Toen dat niet lukte, onthoofdde hij zijn dochter. Meteen daarna werd hij gestraft: een bliksemschicht doodde hem. Dit alles speelde zich af op 4 december, wat dan ook haar naamdag is, omstreeks het jaar 306.


Betekenis van de naam Barbara

De Griekse naam Barbara is verwant met het Oud Indische 'barbara' dat betekent: "stamelend". In het oude Griekenland werd de naam 'Βαρβαροι' gebruikt voor buitenlanders, vreemdelingen die het Grieks niet goed beheersten en dus "stamelden".

Voornamen

Vrouwennamen afgeleid van Barbara:
Babeth, Babette, Babische (Frans), Babs, Barbara; Barbe (Frans), Barbel (Duits); Bäbel (Duits), Barber (Fries); Barberina (Duits), Barberine (Frans), Barbertje; Barbi (Duits), Barbro (Duits), Barbra; Berb; Berbe; Berbel; Berber (Fries); Berby (Engels).

Mannennamen afgeleid van Barbara:
Barbarius.

Barbara van Nicomedië, maagd, martelares

Naast de vele heilig verklaarde heiligen kent de R.K. Kerk ook veel heiligen die door de eeuwen heen altijd als heilige zijn vereerd maar nooit onderworpen zijn geweest aan het heiligverklarings-proces.

Nu zijn er onder die laatste soort een aantal waarvan ernstig wordt getwijfeld of ze alleen voortleven in vrome verhalen, legenden, maar in werkelijkheid niet bestaan hebben.
Na het algemeen concilie in de zestiger jaren van de twintigste eeuw heeft de kerk de offilciële lijst in 1969 aangepast. Op die manier dat zeer twijfelachtige heiligen zijn geschrapt.
Zo'n geschrapte heilige is de Heilige Barbara van Nicomedië.

Omdat haar beeltenis nog in veel kerken en musea te vinden is en haar levensverhaal, zelfs al is dat dan legendarisch, toch voldoende spirituele aanknopingspunten heeft wordt hier haar legendarische leven toch beschreven.

Volgens een in de negende eeuw opgeschreven levensgeschiedenis wordt Barbara in de derde eeuw geboren te Nicomedië.
Haar heidense vader Dioscurus is zeer trots op zijn prachtige dochter. Het doet hem daarom bijzonder zeer als hij merkt dat zijn dochter in een brief aan de kerkvader Origenes vragen stelt over het christelijk geloof.

De priester Valentius brengt de antwoorden op haar vragen over en doopt Barbara in het geheim.
Als zij vervolgens niet ingaat op het voorstel van haar vader om een huwelijk aan te gaan, wordt deze zo woedend dat hij Barbara opsluit in een toren. Zo kan zij volgens hem van de eenzaamheid genieten.
Barbara blijft trouw aan haar geloof en laat als teken daarvan naast de twee bestaande vensters een derde venster aanleggen om daarmee de Heilige Drie-eenheid te eren. Als zij haar vader de betekenis van dit derde raam uitlegt neemt hij haar dat zeer kwalijk en laat hij haar veroordelen.

Barbara vlucht de bergen in en verstopt zich gedurende enige tijd in een grot. Maar ze wordt door een herder verraden.
De legende zegt dat de herder hiervoor zwaar gestraft wordt want zijn schapen veranderen in sprinkhanen.
Maar Barbara wordt gevangen gezet, gegeseld en op gegeven moment zelfs naakt op het marktplein afgeranseld. Op dat moment komen engelen uit de hemel en bedekken haar naaktheid met een hemels wit kleed.

Tenslotte neemt vader Dioscurus het heft in handen, voert haar de berg op om haar met het zwaard te onthoofden.
Ook hij ontvangt zijn straf uit de hemel, hij wordt gedood door een bliksemschicht.

Patroonheilige

Barbara was patroonheilige van veel handarbeiders die te maken hebben met het torengebouw zoals: metselaars, timmerlieden, klokkengieters, beiaardiers, en architecten.
Maar ook van koks, gevangenen, en mijnwerkers.
Barbara wordt vermeld als een van de 14 noodhelpers.
Als beschermvrouwe werd ze vooral aangeroepen tegen gevaren van brand, bliksem pest en een plotselinge dood.

Feestdag

Haar feestdag was 4 december.

Martyrologium Romanum

Prídie Nonas Decémbris:
Nicomedíæ pássio sanctæ Bárbaræ, Vírginis et Mártyris; quæ, in persecutióne Maximíni, post diram cárceris maceratiónem, lampadárum adustiónem, mamillárum præcisiónem atque ália torménta, gládio martyrium consummávit.

In het Nederlands:
4 december:
Te Nicomedia het lijden van Sint Barbara, maagd en martelaar, tijdens de vervolging van Maximinus. Na veel lijden, een lange gevangenschap, het martelen met gloeiende poken en het afsnijden van haar borsten, werd haar martelaarschap voltooid door het zwaard.


  

Bronnen

Barbara van Nicomedië, Bithynië, Klein-Azië; maagd & martelares met Juliana; † ca 306.

Feest 4 december.

Dat zij heeft bestaan, staat historisch vast. Maar wat we van haar leven en sterven weten, berust puur op legende.

Barbara was de dochter van een rijke heiden uit Nicomedië. Om haar tegen ongewenste invloeden te beschermen sloot hij haar op in een toren. Desondanks werd zij bekeerd tot het Christendom, men zegt zelfs door Origenes, de beroemde theoloog uit Alexandrië († 254). Haar vader ontdekte dit toen Barbara vroeg om een derde venster in haar toren aan te brengen ter ere van de Heilige Drie-eenheid. Hij liet haar folteren om haar tot geloofsafval te dwingen. Toen dat niet lukte, onthoofdde hij zijn dochter. Meteen daarna werd hij gestraft: een bliksemschicht doodde hem.

Legende
Ten tijde van Keizer Maximianus (284-305) leefde een zekere Dioscurus. Hij was steenrijk, maar een heiden en afgodendienaar. Hij had slechts één dochter, Barbara. Daar liet hij een toren voor bouwen om haar daarin op te sluiten: dan zouden de mannen haar tenminste niet kunnen zien. Ze was namelijk beeldschoon. Nu zeiden een paar notabelen van die stad tot Dioscurus, dat hij voor haar toch een echtgenoot moest zoeken. Dus klom hij omhoog naar haar toe om haar te zeggen:
"Mijn dochter, een paar meisjes in de stad zeiden mij dat ik je uit moest huwelijken. Wat vind je daarvan?"
Hoogst ongerust antwoordde zij:
"Ach vader, toe, dat heb ik liever niet."
Toen zijn voorstel op die manier was afgewezen, ging hij weer naar beneden, en zorgde ervoor, dat er een badhuis werd gebouwd over de bron heen waarin de maagd Barbara in het geheim was gedoopt. Hij had namelijk een hele menigte bouwvakkers aangesteld om de bouw snel klaar te hebben. Overal had hij precies van aangewezen, hoe hij het hebben wilde. Hij gaf aan ieder het toekomende loon, en vertrok toen voor lange tijd naar een ver land in den vreemde.
Barbara kwam ook eens naar beneden om de bouw te bekijken. Toen ze zag, dat er op het noorden twee vensters werden aangebracht, vroeg ze aan de bouwlieden:
"Waarom hebben jullie maar twee vensters aangebracht?"
Zij zeiden daarop:
"Omdat je vader ons dat zo heeft opgedragen."
Ze zei:
"Breng dan nog een derde venster voor me aan."
Maar zij antwoordden:
"Meesteres, we zijn bang, dat uw vader woedend op ons zal zijn en wij blijven liever gespaard voor zijn woede."
Barbara stelde hen gerust:
"Doe maar wat ik je zeg; ik zal wel zorgen, dat hij het er mee eens is."
Zo willigden ze dus haar verzoek in en brachten een derde venster aan. Barbara wandelde nu het hele badhuis door, ook langs de wand op het zuiden, en drukte daar met haar vinger het kostbare teken van het kruis in het marmer. Dat is tot op de huidige dag behouden gebleven tot stichting van alwie het ziet. Toen betrad zij de uitbouw waar het water instroomde, en zei daar een gebed waarin zij vroeg, dat het water zou mogen worden geheiligd. Daar bleef vervolgens een afdruk van haar kostbare voet achter. Toen besteeg ze weer haar toren en kwam zodoende langs de afgodenbeelden die haar vader aanbad. Door de Heilige Geest geraakt spuwde zij ze in het gelaat met de woorden:
"Moge jullie makers op dezelfde manier behandeld worden; en allen die op jullie vertrouwen."
En ze klom verder naar de bovenste verdieping van haar toren, en daar verwijlde zij in gebed bij de Heer.
Toen de bouw voltooid was, keerde haar vader terug en vroeg aan de bouwlieden:
"Waarom hebben jullie drie vensters aangebracht?"
Ze zeiden:
"Dat heeft uw dochter ons bevolen."
Daarop riep hij zijn dochter en vroeg:
"Mijn dochter, waarom heb je opdracht gegeven drie vensters te laten aanbrengen?"
Zij antwoordde:
"Daar heb ik goed aan gedaan. Want drie vensters verlíchten alle mensen, terwijl twee vensters de mensen in het duister laten."
Toen nam haar vader haar mee naar beneden het badhuis in, en vroeg:
"Waarom geven drie vensters meer licht dan twee?"
Daarop wees de heilige Barbara op elk venster apart met de woorden:
"Dit hier betekent de Vader, dit de Zoon en dit de Heilige Geest."
Toen werd haar vader woedend, trok zijn zwaard uit de schede en probeerde haar te doorsteken. Maar de heilige Barbara richtte zich in een gebed tot God, waarop een rots openspleet, haar in zich opnam en ergens boven op een berg weer tevoorschijn bracht.
Daar op die berg waren juist twee herders hun schapen aan het hoeden. Die zagen hoe zij op stenen tot vlak bij hen werd gedragen. Haar vader vond ze en vroeg hun naar zijn dochter. De ene probeerde haar te verbergen en te redden. De ander wees echter in haar richting. Daarop vervloekte Barbara hem; zijn schapen veranderden onmiddellijk in sprinkhanen. Sindsdien zijn deze diertjes altijd in de buurt van haar graf te vinden geweest tot op de dag van vandaag.

De vader pakte haar beet, sloeg haar met een riem, trok haar aan haar haren van de berg naar beneden en sloot haar op in een armzalige cel. Deze vergrendelde hij met een slot en een ketting, zodat niemand bij haar naar binnen kon; tenslotte stelde hij ook nog een bewaker aan. Toen ging hij haar aangeven bij de stadhouder met de bedoeling dat zij aan de beulen zou worden overgeleverd. Deze gaf opdracht haar voor zich te laten verschijnen. Van zijn hoge rechterstoel keek hij op haar neer, en was onder de indruk van haar schoonheid; hij vroeg:
"Je hebt de keus: ofwel je redt jezelf door aan onze goden te offeren, ofwel we leveren je over in de handen van de hardvochtigste beulen die je je maar kunt indenken."
Zij antwoordde:
"Ik kan alleen maar offers brengen aan mijn Heer Jezus Christus, die hemel en aarde gemaakt heeft en alles wat daarin is. Over jullie afgodsbeelden zegt de psalmist echter: 'Zij hebben een mond maar praten kunnen ze niet; ze hebben oren, maar horen doen ze niet; ze hebben een neus, maar ruiken? ho maar! Ze hebben handen, maar pakken doen ze je niet; voeten hebben ze, maar verzetten geen stap; ze praten zelfs niet uit hun nek!
En wie ze maken, zijn net zo! Precies als al degenen die erin geloven...'" (vgl. Psalm 115,05-07).

In toorn ontstoken beval nu de stadhouder haar uit te kleden om haar met ossenhaken en vissersgaren toe te takelen. Men ging zo ruw te werk, dat ze al gauw onder het bloed zat.
Vervolgens werd ze weer in haar kerker opgeborgen totdat hij besloten had welke dood zij zou moeten sterven. Maar precies om middernacht omstraalde haar een hemels licht waarin de Heer haar verscheen; Hij zei haar:
"Blijf op mij vertrouwen, Barbara, en wees sterk. Want groot zal de vreugde over jou zijn in de hemel en op de aarde. Wees niet bang voor de dreigementen van die tiran, want ik ben bij je. Ik zal alle wonden helen die zij je toebrengen."
En op hetzelfde moment waren alle wonden op haar lichaam verdwenen...
De volgende morgen werd zij weer voor de stadhouder geleid. Toen hij zag, dat de martelingen haar in het geheel niet hadden gedeerd, sprak hij:
"Kijk toch eens Barbara, hoe genadig jouw goden je zijn geweest, en hoeveel zij van je houden, want ze hebben al je wonden genezen en geheeld.”
Zij antwoordde hem:
"Uw goden zijn stom en doof en blind, zonder verstand en star. Hoe zouden die mij hebben kunnen helpen. Ze kunnen zichzelf niet eens helpen. Nee degene die mij genezen heeft is Jezus Christus, de Zoon van de levende God; die is u onbekend, omdat de duivel uw hart heeft verhard."
Daarop gaf de stadhouder brullend als een leeuw het bevel haar te pijnigen en met brandende fakkels te bewerken, en als dat nog niet mocht helpen, haar ondersteboven op te hangen en te slaan tot het bloed haar neus uitkwam. Maar zij keek op naar de hemel met de woorden:
"U, Jezus Christus, weet wat er omgaat in het verborgene van mijn hart, want u weet alles. Nu ik omwille van U deze martelingen moet ondergaan: verlaat mij niet!"
Intussen beval de stadhouder haar de borsten af te snijden. Maar zij richtte eens te meer haar blikken ten hemel en bad:
"Heer God: U bedekt de hemel met wolken; wil ook mij bedekken met Uw beschutting en bescherming. Nu ze mij naakt hebben uitgekleed: bedek mij; dan kunnen deze schaamteloze kerels mij tenminste niet zien."
Vervolgens zond de Heer zijn engel en deze bedekte haar met zijn lange witte gewaad. Tenslotte werd ze via de wei weer terug voor de goddeloze stadhouder gebracht. Deze beval haar het hoofd af te slaan. Haar vader - al evenzeer tot razernij gebracht - eiste haar van de stadhouder voor zichzelf op. Hij bracht haar naar de berg.

Terwijl zij daarheen werd gebracht, verlangde zij er naar om de zalige overwinning binnen te halen; ze bad tot God met de woorden:
"Heer Jezus Christus, U hebt hemel boven de aarde uitgespreid; U hebt de aarde gegrondvest en de afgronden afgegrendeld; U hebt de zeeën hun grenzen aangewezen; en U hebt aan de schaduwrijke wolken bevolen, dat ze moesten regenen over goeden en slechten; U hebt over de zee gelopen en de storm gestild. Alles is U onderhorig. Sta mij toe waarom ik nu, als Uw nederige dienares, kom vragen: 'Als iemand in uw naam op de naamdag van uw dienares mij in herinnering roept, wil dan geen acht slaan op al diens eventuele zonden en fouten. U weet zelf, dat wij zwakke mensen zijn...'"
Toen klonk daar de stem van de Heer:
"Kom maar hier, mijn liefje, mijn schoonheid. Rust nu maar uit in de vertrekken van je Vader die in de hemel is. En wat je zojuist vroeg: dat zal ik doen."
Op dat moment was ze aangekomen op de plaats van haar marteldood. Door haar eigen vader werd ze onthoofd, tezamen met de heilige Juliana die op dezelfde plaats door dezelfde Dioscurus omwille van hetzelfde geloof dezelfde marteldood onderging. Om haar lijk werd gevraagd door een zekere Valentinus; hij zette haar bij in een klein huisje in de stad Soli.

Vele heiligen verkondigen haar roem. Toen haar vader van de berg afdaalde, viel er vuur uit de hemel boven op hem; hij verbrandde meteen zodat er alleen een klein hoopje as van hem overbleef. Dit alles geschiedde tijdens de regering van keizer Maximianus en tijdens het bewind van stadhouder Marcianus op 4 december.
[183]

Verering & Cultuur
Haar legende maakte Sint Barbara tot een van de populairste heiligen uit de middeleeuwen, vooral in de Nederlanden en Noord-Frankrijk.

In het Rijnland wordt zij beschouwd als begeleidster van Sint Nicolaas, waarschijnlijk, omdat zijn feest, dat meestal op de vooravond van 6 december werd gevierd, reeds zijn schaduwen vooruit wierp op Sint-Barbaradag, 4 december. In Limburg werd Sinte Berbke beschouwd als huishoudster van Sint-Nicolaas. Vandaar, dat er in Limburg soms ook reeds op haar feestdag cadeautjes werden uitgedeeld. Op haar feest zet men in bepaalde streken kersentakken in het water die dan met Kerstmis bloeien. Ze wordt ook beschouwd als de vrouw die de akkers vruchtbaar houdt.

Ze is patrones van de plaats Santa Barbara in Californië (USA).
In België is er een Barbarakerk in Brussel-Molenbeek.
In Frankrijk kende Parijs in de middeleeuwen een Collège Ste-Barbe.
In Nederland zijn er Barbarakerken in Amsterdam (tezamen met Nicolaas), Ballum, Breda, Breskens, Brunssum-Treebeek, Bunnik, Culemborg, in Delft stond van 1403-1572 een Barbaraklooster, Dreumel, Ede (tehuis), Frienszeg, Geleen-Roermond, Griendtsveen, Haarlem (tezamen met Elisabeth), Heerlen (kapel), Hurwenen, Leveroij, Nieuwegein, Oudenbosch (tezamen met Agatha), Rossum (Gelderland tezamen met Martinus), Rotterdam, Schaesberg, Scheulder/Cadier-en-Keer, Schuller, St-Hubert (tezamen met Hubertus), Tungelroy, Valkenburg (tezamen met Nicolaas), Vreeswijk, Volkel (kapel tezamen met Antonius),

Zij is ook patrones van architecten, bouwvakarbeiders, metselaars, steenhouwers, timmerlieden en dakdekkers; vanwege de toren die ze bij zich heeft werd ze ook patrones van klokkenluiders, beiaardiers en klokkengieters; omdat haar torentje soms leek op de loop van een geschut werd ze ook beschermheilige van schutters, kanonniers, artilleristen, soldaten, schutters alsmede van de militaire stand en wapenmakers, en van allen die met springstof omgaan, zoals mijnopruimers, mijnwerkers, vuurwerkmakers en metaalgieters; van daaruit werd ze ook patrones van ieder die bedreigd wordt door een onvoorziene dood, zoals brandweerlieden alsmede van alle omstandigheden en beroepen die met de dood in verband worden gebracht. Zij is dus ook beschermheilige van doodgravers, begrafenisondernemingen en begraafplaatsen; ze is ook patrones van gevangenen (omdat zij in haar gevangenschap van een engel de sacramenten ontving).

In de westerse kerk is zij een van de Veertien Noodhelpers.

Daarnaast is zij patrones van hoedenmakers (omdat de hoed symbool is voor bescherming?); van koks (misschien vanwege de lekkernijen die eigenlijk bij het naderende Sinterklaasfeest horen?).

In de Oosterse kerk geniet zij verering als heilige genezer. In het Westen wordt haar voorspraak ingeroepen tegen koorts, pest en voor een gelukkig stervensuur; ze is beschermheilige tegen brand, bliksem en vuur, van gevaarlijke beroepen en wordt haar voorspraak ingeroepen tegen of bij een onvoorziene, plotselinge dood en tegen onboetvaardigheid; patrones van vestingwerken, beschermheilige bij storm en patrones van ondergrondse spoorwegen en van torens. Erasmus († 1536) vertelt in zijn Enchiridion (66), dat Barbara’s voorspraak ook werd ingeroepen om niet in de handen van de vijand te vallen.

Barbara & Catharina
-1-
Niet zelden wordt Barbara afgebeeld in gezelschap van Sint Catharina. Zowel in het oosten als in het westen. In het westen symboliseren deze twee heiligen het kloosterleven: Catharina het contemplatieve of beschouwende en Barbara het actieve of apostolische.

Waarom die symbolische betekenis zo over beiden is verdeeld...?

-2-
In Midden- en Oost-Europa komt hen als derde vaak de heilige maagd Margaretha vergezellen. In het Duitse taalgebied spreekt men van 'Die Drei Heiligen Madl':

"Margaretha mit den Wurm
Barbara mit dem Turm
Katharina mit dem Radl:
Das sind die drei heil'gen Madl."

-3-
Tenslotte komt er soms nog een vierde heilige maagd bij:
Dorothea. In dat geval spreekt men van 'De Vier Kapitale Maagden' (Quattuor Virgines Capitales).

In de kunst wordt ze afgebeeld als martelares (met palmtak en zwaard), met een toren bij zich, meestal met drie vensters (verwijzing naar haar geloof in de Drie-eenheid); ook wel met een model van een kanon (zie bij patronaten); zeer vaak heeft ze een kelk of een hostie in de hand (een engel bracht haar de eucharistie in de kerker: daarom roept men haar aan om niet een onverwachte dood te sterven zonder de sacramenten). Vaak wordt ze afgebeeld samen met de H. Catharina van Alexandrië, soms ook samen met Catharina en Margaretha; of ook nog met Dorothea erbij.

In 1946 publiceerden Gabriël SMIT (rijmpjes) & Piet WORM (prentjes) een boekje over heiligen voor kinderen: ‘Roosjes uit de Hemeltuin’; Utrecht/Antwerpen, De Fontein. Het bevat ook een rijmpje voor Sint Barbara:
Al werd gij vloekend ingesloten
En mocht gij niet uw toren uit,
Gij waart onwrikbaar, onverdroten
En bleeft vol liefde Jezus’ bruid.
Maar als ik sterf,
Sint Barbara,
Dat ik als Gij voor Jezus sta.

 

  

1480. Paneel door Hans Memlinc
België, Brugge, Memlincmuseum, triptiek Adriaan Reins.