luidklok Barbara
Angelusklokje
Jachthuis

De klokken van Linschoten
Huis te Linschoten
Huis te Linschoten

Klok op het Huis te Linschoten

Klokken van Linschoten

Grote luidklok in de kerktoren

Angelus klok in de kerktoren

Klok op het jachthuis

Klok op het Huis te Linschoten

Bronnen

Het Angelusklokje

  

Het bouwjaar van het Angelusklokje wordt in alle documentatie die erover te vinden is, geschat op rond 1400. Als dat waar is, is het een van de oudste klokjes in Nederland. Dat het klokje in ieder geval van voor de Reformatie dateert is heel aannemelijk. Deze klokjes kondigden het rooms katholieke Angelusgebed aan, vandaar de naam. Over de oorspronkelijke functie van dit gebed, circuleren verschillende verklaringen. Het Angelusgebed dateert van omstreeks de 15e eeuw dat is in de tijd dat het Christelijke Europa door het gevaar van een Turkse invasie werd bedreigd. Het was als gebed om vrede bedoeld. Het in gebruik raken van dit gebed wordt echter ook verklaard uit de gewoonte om bij het openen en sluiten van de stadspoorten te bidden om bescherming. Dat zou ook de tijden verklaren waarop het gebed werd gebeden: 's morgens rond 9.00 uur, in de middag rond 12.00 uur en tenslotte om 18.00 uur in de avond.

Het Angelusklokje in de kerktoren van Linschoten, heeft als randschrift:”Ickde grote slaghe tot mennigher Uren bi nacht bi daghe”

  

Met het Angelus, voluit Angelus Domini, dat in het Nederlands vertaald betekent: de Engel des Heren, wordt de menswording van Jezus Christus uit Maria herdacht. Het klokje speelde een centrale rol: er werd opgeroepen met drie slagen, waarna een aanroep met Weesgegroet Maria werd gebeden. Dit ritueel werd dan nog twee maal herhaald, steeds ook met drie nieuwe slagen op de klok. Tenslotte werd de klok gedurende twee minuten geluid en werd een afsluitend gebed gebeden. Dit wordt van oudsher driemaal daags gedaan: om zes uur 's morgens, twaalf uur 's middags en zes uur 's avonds.

Nu bestaat dit gebruik niet meer, maar in vroeger dagen stopten de gelovigen bij het luiden van de klok meteen hun werkzaamheden om te gaan bidden. Waarschijnlijk rond 1795 in de Franse tijd, verbood het burgerlijk bestuur het luiden van het Angelusklokje. Voortaan werd de grote klok geluid. De laatste keer dat het Angelusklokje bij een officiƫle gelegenheid werd geluid, was in 1922 bij de afkondiging van een grondwetswijziging.

  

“Tot aan de reformatie, die in Linschoten pas in 1595 gestalte kreeg toen de laatste pastoor, mr. Jan Uitenbroeck werd afgezet, was de Grote of St Janskerk uiteraard een katholieke kerk, met de daarbij behorende katholieke gebruiken”. 4) Een daarvan is het Angelusgebed. Het angelusklokje kondigt het Angelusgebed aan, hierbij werden drie slagen op de klok gegeven waarna een aanroep met Weesgegroet Maria werd gebeden. Nog tweemaal volgden drie slagen op de klok met een nieuwe aanroep en Weesgegroet. Tenslotte werd de klok gedurende twee minuten geluid en werd een afsluitend gebed gebeden. Het Angelusgebed in de huidige vorm dateert van omstreeks de 15e eeuw juist in de tijd dat het Christelijke Europa door het gevaar van een Turkse invasie werd bedreigd. Het was als gebed om vrede bedoeld. Het Angelus, voluit Angelus Domini, wat in het Nederlands vertaald betekend, de Engel des Heren, is een rooms-katholiek gebed, waarin de menswording van Jezus Christus uit Maria wordt herdacht, dat van oudsher driemaal daags gebeden word: om zes uur 's morgens, twaalf uur 's middags en zes uur 's avonds. Nu bestaat dit gebruik niet meer, maar in vroeger dagen stopten de gelovigen bij het luiden van de klok meteen hun werkzaamheden om te gaan bidden.

Naast het officiƫle Angelus is er ook een liedje over het Angelusklokje, geschreven door Catharina van Renes (1858-1940):

Het Angelus klept in de verte

in tonen zo zuiver en hel

De grootmoeder knielt op de drempel

De kinderen zij staken hun spel.

Grootmoeder bidt: Onze Vader

De kinderen zeggen 't haar na

Een zonnestraal glijdt door het loover

een glimlach, een glimlach van 's Heeren gena.

Zij bidt 'O God schenk uwe zegen

ook over dee'z kinderkes klein

en wees hun nabij met uw liefde

als ik niet meer bij hen kan zijn'.

Grootmoeder bidt: Onze Vader

De kinderen zeggen 't haar na

Een zonnestraal glijdt door het loover

een glimlach, een glimlach van 's Heeren gena