Huis te Linschoten
Jachthuis
Angelusklokje
luidklok Barbara

De klokken van Linschoten
Huis te Linschoten
Barbara
Philomena
Twaalfhoven

Klokken van Linschoten

Klok op het Huis te Linschoten

Klok op het jachthuis

Angelus klok in de kerktoren

Grote luidklok in de kerktoren

Bronnen

De grote Luidklok Barbara.


Het luidtouw hangt uit het hoge plafond op de begane grond van de toren. Twee steile trappen, met bovenaan een klein deurtje, brengen je boven het orgel. Een klein trapje en een luik verschaffen toegang tot de zolder van de toren. Via een klein deurtje komt men in de uurwerkruimte. Voorzichtig moet het oude uurwerk gepasseerd worden om via weer een trapje bij een tweede luik te komen. Door dit luik betreedt men de klokkenkamer. De grote luidklok doemt daar direct voor je op. De letters ‘Barbara’ laten aan duidelijkheid niets te wensen over, het is de naam van de klok. Hoog in een hoekje hangt nog een klokje: het Angelus klokje.

  

De grote klok met de naam Barbara is nog altijd in gebruik. Zij heeft een doorsnede van 80cm, een hoogte van 62cm en weegt circa 2000kg. De klok wordt op zondag voor iedere kerkdienst twee maal vijf minuten geluid. Op doordeweekse dagen klink haar geluid om 12.00 uur. Begrafenissen op de algemene begraafplaats te Linschoten worden begeleid door het gelui van deze klok. Het luiden gebeurt nog altijd met de hand!

Drie laatste drie klokkenluiders op een rij, in volgorde van tijd: Henk Paling, Andre van Eijk en Bets Vlooswijk.  


  


Het randschrift ontcijfert?

Latijn woord voor woord vertalen is makkelijker dan een hele zin op juiste manier

weergeven. Het Latijn laat veel ruimte voor diverse interpretaties. En dat wordt door

de vele ‘deskundige‘ dan ook gedaan. Wat nu volgt is een poging om het randschrift op

Barbara te verklaren/vertalen:        




                   

                                         

                               

                                       

                                                   


                                        


                                          De grote luidklok is vernoemd naar de Heilige                                                                                                        

                                          Barbara van Nicomenië. Zij is patrones van architecten,

                                          bouwvakarbeiders, metselaars, steenhouwers,

                                          timmerlieden en dakdekkers; vanwege de toren die

                                          ze bij zich heeft werd ze ook patrones van klokkenluiders, beiaardiers en klokkengieters; ze is beschermheilige

                                          van schutters, kanonniers, artilleristen, soldaten, schutters alsmede van de militaire stand en wapenmakers, en van allen die met springstof omgaan, zoals mijnopruimers, mijnwerkers, vuurwerkmakers en metaalgieters; van daaruit werd ze ook patrones van ieder die bedreigd wordt door een onvoorziene dood, zoals brandweerlieden alsmede van alle omstandigheden en beroepen die met de dood in verband worden gebracht. Zij is dus ook beschermheilige van doodgravers, begrafenisondernemingen en begraafplaatsen; ze is ook patrones van gevangenen (omdat zij in haar gevangenschap van een engel de sacramenten ontving). Daarnaast is zij patrones van hoedenmakers (omdat de hoed symbool is voor bescherming?) en van koks.
Dat zij heeft bestaan, staat historisch vast. Maar wat we van haar leven en sterven weten, berust puur op legende. Maar haar legende maakte Sint Barbara tot een van de populairste heiligen uit de middeleeuwen, vooral in de Nederlanden en Noord-Frankrijk.



 

  

De klok is voorzien van verschillende versieringen.

Het randschrift bovenaan de klok vermeld dat de klok in 1477 gegoten is. Het volledige randschrift luid:

barbara cum philomena canes mea voce iocûda anno domini M CCCC LXXVII.

Het begin en het eind van de tekst wordt aangegeven door een verkort breedarmig gebogen kruis. Tussen ieder woord is er een fleur-de-lis ofwel Franse lelie aangebracht.

Verder staat er een zegel of familiewapen op voorstellende een dubbele adelaar.

Vaag staat er op deze klok een grote M.

  

De meest gebruikelijk vertaling van cum is: met. Wie echter een woordenboek Latijn openslaat op het woord cum ziet al snel dat dit woord in een volledige zin een andere betekenis kan krijgen. In samenwerking, samen: met, ter aanduiding van begeleiding of gezelschap: samen met, in vijandige zin: met = tegen, ter aanduiding van twee gelijktijdige handelingen: tegelijk met, gelijktijdig met, op dezelfde tijd als.

In welke betekenis Philomena in de randtekst voorkomt is niet direct duidelijk. Philomena is een Griekse meisjesnaam. De betekenis volgens de baby namenbank is: de beminde, beminde van de maan, vriend of  de geliefde. Het kan dus zijn: barbara de geliefde. Maar dan valt het woord cum helemaal weg. Anders wordt het Barbara met Philomena of Barbara samen met Philomena. Deze twee dames zijn echter niet met elkaar te verenigen maar hebben wel grote overeenkomsten.

De letterlijke vertaling van canes is honden, dat is hier echter niet van  toepassing. De aanvoegende wijs (coniunctivus in het Latijn) van werkwoorden eindigend op –ere (vivere, canere=zingen) eindigen op -am, -as, -at. Canes is 2e persoon enkelvoud toekomende tijd (futurum) = jij zult zingen Canes van het werkwoord canere (tweede e uitgesproken als e in de) zou dus, behalve het meervoud van canis = hond, ook de tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van de subjonctivus kunnen zijn: canes = moge jij zingen. Tegen één persoon gezegd (Barbara) zou dat in het geval van een klok kunnen betekenen: Barbara moge jij zingen. Ook in dit geval vervalt het woord cum.

  

Mea voce betekend mijn stem, of ik zeg. Met canes ervoor zou dat betekenen: Barbara moge jij zingen via mijn stem.

  

Het volgende woord is: iocûda. Iucundi betekend aangenaam of leuk. Staat er iocunda met een a = leuke, aangename dingen (= neutrum meervoud). Het zou kunnen dat de tilde boven de u de n die nu ontbreekt vervangt. Iocûda is wellicht een verbastering met de betekenis vrolijk of vrolijke. Dit geeft dan: Barbara moge jij zingen via mijn vrolijke stem.

  

Anno domini is nog het eenvoudigst te vertalen: in het jaar des heren. Voeg daar bij het jaartal, dat overigens ook op een vreemde manier is geschreven, M CCCC LXXVII: M = 1000,  CCCC= 4x100, L= 50, XX= 2x10, V= 5 en II= 2x10 wat geeft het jaar 1477. Normaal in Romeinse cijfers als volgt geschreven:  MCDLXXVII.


De vier meest waarschijnlijke vertalingen van:

barbara cum philomena canes mea voce iocûda anno domini M CCCC LXXVII

luiden dan:

1) Barbara moge gij zingen samen met Philomena via mijn vrolijke stem vanaf het jaar des heren 1477.

2) Barbara zij die van zingen houdt moge gij zingen via mijn vrolijke stem vanaf het jaar des heren 1477.

3) Barbara jij zult zingen samen met Philomena met mijn blije stem in het jaar 1477

4) Barbara jij zult verblijdende dingen zingen samen met Philomena met mijn stem in het jaar 1477


Er is nog en andere mogelijkheid en dat is dat de klok gemaakt is om samen met een tweede klok ergens opgehangen te worden, dus in eerste instantie waarschijnlijk niet in de kerktoren van Linschoten. Als deze tweede klok nu eens Philomena heette dan wordt de tekst wel wat eenvoudiger te vertalen:

Barbara, jij zult samen met Philonena, zingen via mijn vrolijke stem vanaf het jaar 1477.


  

Verkort breedarmig gebogen kruis


Dit heraldisch kruis is een van de vele vormen van het kruis van Sint Joris dat het basismodel voor de meeste Heraldische kruizen is.

  

fleur-de-lis (ook fleur-de-lys of Franse lelie)


Er zijn al heel wat speculaties geweest over welke bloem daarvoor model heeft gestaan. Er wordt vaak gesuggereerd dat dit de gele lis, die we kennen va de slootkant, is geweest. Feitelijk is zelfs de naamgeving niet zo zeker. De naam betekent letterlijk lelie-bloem. Fleur de Lis, kan ook nog een Engelse verbastering zijn geweest van Fleur de Louis. In de rooms katholieke kerk werd de lelie beschouwd als een specifiek Maria-symbool. Met haar drie bloemblaadjes zou de fleur-de lis de heilige Drieëenheid representeren.

Er wordt dan onderscheid gemaakt tussen het gebruik als heraldisch symbool en het gebruik als embleem (huismerk) op munten en zegels. Als heraldisch motief is het in ieder geval ergens in de 12e eeuw geweest. De fleur-de-lis  staat bekend als hét symbool van het Franse koningshuis. Met zekerheid is de naam te noemen van koning Louis VII (1137-1180). Hij liet het als logo op de wapenschilden schilderen. 

  

De kerk in brand


Uitzonderlijk is dat beide klokken de grote brand van 1482 hebben overleeft.

“Het Dorp Linschoten, in het Stigts gedeelte van deeze Heerlyckheid gelegen, is van geen groot aanzien. De Kerk van het zelve was, in de Roomsche tyden, eene Parochie-Kerk. Wanneer in 't jaar 1482, eene bende Soldaten van 't Montfoortse volk eenen inval gedaan hadden in Holland, omtrent Oudewater, en met roof en gevangenen terug trok, werdt dezelve, door de burgers van Oudewater, vervolgd en geslaagen.

Zy namen de vlugt in de Kerk van Linschoten, welke, om die reden, door die van Oudewater, in brand gestooken werd. Doch de kerk is, naderhand weder opgebouwd, en maakt thans eene fraaie vertooning, pronkende met een' aanzienlyken vierkantigen Tooren, die met eene scherpe spitse voorzien is”. 5) Opvallender zijn een paar regels in een document uit het Archief van Oudmunster omstreeks 1580: “Ende alsoe die kercke van Linschoten geheel in den grondt affgebrant ende verdestrueert, mitsgaders die clocken benomen zijn enden soe zijlieden supplianten behoiren weder een nieuwe kercke te hebben omme te vergaderen ende Godts Woordt te horen”. 6) Hieruit kan worden opgemaakt dat de kerkklokken verdwenen waren. De kerk bleef jarenlang een bouwval. Pas in 1627 werd begonnen met het opknappen van de kerk, een witte pleisterlaag moest de schade zo goed mogelijk camoufleren. In het bestek, dat daarvan bewaard is gebleven, is te vinden dat er uitgaven zijn gedaan voor de aanschaf van repen (luidtouwen) voor de grote en kleine klok. 7) Het angelusklokje is dus zeker ouder dan 1627. Het was in de woelige periode (reformatie en de 80 jarige oorlog) voorafgaande aan de wederopbouw van de kerk wel normaal dat de kostbaarheden in veiligheid werden gebracht. Wellicht zijn de klokken van Linschoten ook een tijdje opgeborgen geweest. Uiteindelijke is de gehele restauratie pas in de tweede helft van de 15e eeuw gereed. In 1635 wordt de toren van een nieuwe spits voorzien. In 1650 wordt de kerkvloer hersteld. Op kosten van de grafeigenaren wordt de vloer belegt met ‘groote blaeuwe steenen, uiteraard met opschrift. Dit verklaard het jaartal 1650 op de meeste vloertegels. Onder de vloertegels ook een met een wapenschild. In 1876 is de toren met 7 meter ingekort vanwege het gevaar van omvallen.


 


  

Tijdens de tweede wereldoorlog werden een aantal klokken gemerkt met de letter M zodat deze als historische gedenkstukken van grote betekenis  werden aangemerkt. Deze gedenkstukken werden van vordering vrijgesteld. Ook de bezetters werden gevraagd deze klokkern te laten sparen. Dit document dat door de inspecteur kunstbescherming werd ondertekend hangt nog steeds in de kerktoren van Linschoten.


  

Geryt van Twaelfhoeven


“Geryt van Twaelfhoeven bekrachtigde in de jaren 1475 tot 1479 herhaaldelijk pachtcontracten met zijn zegel, voor pachters die zelf geen zegel hadden”. 8) “Hij had een fraai zegel, dat de maagd Maria voorstelt die in de rechterhand een duif houdt en in de linkerhand een wapenschild, waarin een tweekoppige of dubbele adelaar is afgebeeld”. 9) Het randschrift van het zegel luidt: ‘S∙m∙gheradi∙de∙twalefhouen∙pbri∙’ (Sigillum Gheradi de Twalefhoven presbiteri), d.w.z. zegel van Gerard (Gerrit) van Twaalfhoven, priester. Het wapen van heer Gerrit is ook afgebeeld (zonder de ‘schildhouder’ Maria) op de luidklok in de toren van Linschoten die hij de parochie in 1477 schenkt. Op de vloer van de kerk ligt nog een tegel met het wapen van Twaelfhoeven met helmteken.


  

Herkomst van de klok

1

2

Geert van Wou de oude en Gobel van Moer klokkengieters



Op de website www.geertvanwoufesatival.nl/klokkenkaart staat een klok in Arnhem met de naam Barbara gegoten in 1477. Geert van Wou woonde enkele jaren in Den Bosch. Daar ging hij een samenwerkingsverband aan met Gobel van Moer. In 1477 goten zij in Den Bosch meerdere klokken voor de Eusebiuskerk te Arnhem. Het Wapen van Arnhem heeft een dubbele Adelaar. van Wou en van Moer waren in die tijd zeer bekende klokkengieters.

(Helaas ontbreekt in het rijtje klokken de klok met de naam Philomena!)

Hoe, wanneer en waarom de klok uiteindelijk in Linschoten terecht is gekomen is niet bekend.